Sinds 1963 actief in restauraties
Het voorhuis aan de Lanen heeft allure. Dat was voor restauratie in 1991 niet aan het pand af te lezen. Het is niet alleen gerestaureerd maar ook verfraaid. Het is een pand van twee bouwlagen op een rechthoekige plattegrond met een schildkap die aan de achterzijde met een tuitgevel is afgesloten om ruimte aan het achterhuis nummer 61 – waarmee het nu een woning vormt – te bieden. De gevel wordt bekroond door een fraaie kroonlijst en een flink geprofileerde goot op bewerkte klossen. Op de zijschilden van het dak liggen rode golfpannen; het voorschild heeft blauw geglazuurde pannen en daar staat een statige kapel met een twaalfruitsvenster tussen pilasters. Uit de hoek van het dak rijst een schoorsteen met bord op. Zoals zoveel panden in de belangrijke Harlinger straten draagt ook dit pand de sporen van bedrijvigheid. Aan de westelijke zijde zit een kleine pui van twaalfruitsvenster met deur en bovenlicht waarin een verticale amandelvormige roedenverdeling zit. De andere vensters, een beneden en twee boven hebben ook een twaalfruitsindeling, waar voor de restauratie T-vensters zaten. De zijgevel is nagenoeg blind; alleen hoog boven de toegang tot nummer 61 zit een kozijnloos oeil-de-boeuf raampje. Het van gele baksteen opgetrokken gebouw zat voor restauratie helemaal in de witte saus. De muren hebben nu een lichte oker kleur gekregen, een passende imitatiekleur van het gele baksteenmateriaal. Het pand was voor de restauratie beneden de opslagplaats van zuivelhandelaar Homminga van de overkant, nummer 54. Het pand had aan de voorzijde een verdiepte stoep naar een kelder die met een trap vanaf de straat was te bereiken. Die was al dichtgegooid en is nu verdwenen.