Harlingen Rommelhaven 28

  • Adres: Rommelhaven 28 
  • Restauratie: 1979 
  • Architect: J.D.Ehlhardt te Loenen a/d Vecht 
  • Aannemer: Posthuma & Tigchelaar te Harlingen 
1979

Van het grote herenhuis Rommelhaven 28, dat de naam ‘Spitsbergen’ bezit, kwam restauratie in 1979 gereed. Het staat heel pregnant op de hoek van de Rommelhaven en het Noordijs en de gevels vormen mede de grachtenwanden. Aan de Noordijs-zijde staat het tot appartementen verbouwde ‘ortepakhûs’, erwtenpakhuis Het Kalf. Spitsbergen bestond in de zeventiende eeuw al en de onderling in hoogte verschietende woonlagen zijn daar een herinnering aan. In de tientallen jaren rond 1800 was het naast woonhuis ook in gebruik als bakkerij. Het pand, althans de gevels, zijn omstreeks 1800 vernieuwd. Eigenaardig is het dat het materiaalgebruik van de gevels, hoewel voor- en zijgevel beide in het zicht zijn, toch gedifferentieerd is volgens de traditionele hiërarchie. De voorgevel is met heel dunne kalkmortelvoegen gemetseld van bruine mangaansteen; de zijgevel van goedkopere, inheemse gele steen.

Het herenhuis is drie raamvakken breed en drieëneenhalf raamvak diep. Het is twee volledige bouwlagen met een zolder onder een schildkap hoog en bezit aan de oostzijde ook nog een aanzienlijk souterrain, thans in gebruik als keuken, dat daar verlicht is door twee vierruits schuifvensters en toegankelijk is via een deur achter een verdiepte stoep. Aan het einde van de zeventiende eeuw is er in een akte sprake van drie kelders. Het is een woning in de kenmerkende empirestijl uit het begin van de negentiende eeuw. De indeling met grote zesruitsvensters duidt daarop. Bovendien is de vormgeving van de dakkapel en van de bovenlichten der deuren in deze trant.

De voorgevel bezit op de begane grond twee grote zesruitsvensters geflankeerd door twee smalle deuren achter trapstoepen en met bovenlichten die voorzien zijn van een decoratieve roedeverdeling. Op de verdieping openen drie nog bredere zesruitsvensters de gevel nagenoeg geheel; ze laten ruimte voor slechts smalle muurdammen. Ook hier zijn alle bovendorpels heel licht getoogd en worden de muuropeningen overspannen door grote hanenkammen. De voorgevel wordt beëindigd door een kroonlijst met door kleine profiellijstjes aangegeven velden en een geprofileerde gootlijst. Op het voorschild staat een dakkapel met een tonvormige afsluiting. Het dak wordt bekroond door een stevige schoorsteen. Ook in de zijgevel zitten zesruitsvensters. De achterste twee van de begane grond beginnen iets hoger om het souterrain voldoende hoogte te bieden. Reeksen kleine muurankers geven de positie van de vloerbalken aan. Ter bescherming van de toegang tot het souterrain heeft de oostelijke stoep stoeppalen met stangen gekregen.