Sinds 1963 actief in restauraties
Woonhuis deel uitmakend van een groot L-vormig complex van woningen dat in Harlingen ‘t Klooster genoemd wordt. In Harlingen heeft nooit een klooster gestaan, maar ‘klooster’ werd in steden en dorpen ook vaak gebruikt als aanduiding van een reeks betrekkelijk kleine woningen. Oorspronkelijk had het complex de vorm van een compleet carré van in totaal twaalf woninkjes met minstens één overbouwde poort naar de gezamenlijke bleek. De zolders waren collectief in gebruik en werden pas later met hekjes e.d. afgeschermd. Het geheel zit onder één kap langs de Zoutsloot zuidzijde en het Herenwaltje en heeft aan de achterzijde van oudsher een gemeenschappelijke binnentuin. Door combinatie van enkele, oorspronkelijk kleine huisjes konden comfortabele woonhuizen geschapen worden. In 1972 werd als een van de vroege objecten van de Hein Buisman stichting de woning Herenwaltje 10 (+ 12), de zuidelijkste woning van het L-vormige complex gerestaureerd. Deze woning, staande op de hoek met de Droogstraat, is één bouwlaag met een grote, met rode Hollandse golfpannen belegde kap hoog. Het muurwerk is met schijnvoegen tot een grote blokimitatie gepleisterd. Het muurwerk heeft aan de onderzijde een donkere spatlijst. De woning heeft de grootste breedte aan de zijde van het waltje. Daar bezit het huis aan de uiterste zijden gekoppelde paren zeslicht vensters en daartussen in de middenpartij een deur met bovenlicht en twee afzonderlijke zeslicht vensters. Aan de korte zijde aan de Droogstraat zit op de hoek nog zo’n zeslichtvenster en een klein raampje. De bakgoten steunen op klossen. Het brede dakschild aan de voorzijde is ongeleed; dat aan de Droogstraatzijde kreeg een grote kajuit met lijstwerk en wangen en met een negenruitsvenster. Het voorheen ernstig bouwvallige huis bezit thans een voorname eenvoud.