Harlingen Raamstraat 7

  • Adres: Raamstraat 7 
  • Bouwjaar: 17e eeuws 
  • Restauratie: 1974 
  • Architect: J.D. vd Molen te Sneek 
  • Aannemer: Posthuma & Tigchelaar te Harlingen 
1974

Dit monumentale pand is ongeveer gebouwd in 1656. In die tijd woonden er verschillende burgemeesters. Rond 1729 kreeg het pand de naam waar “De Steur” uithangt. Jan Valkenier die handel met het Noorden dreef en met de walvisvaart van doen had, heeft er gewoond. De huidige allure heeft de herinnering doen vervagen: een hoog pand dat in de trapgeveltop de karaktertrekken heeft van een vroeg zeventiende-eeuws voornaam woonhuis. Het volume en de structuur dateren eveneens uit die tijd, maar er hebben allerlei veranderingen plaatsgegrepen in de eeuwen die volgden tot en met de restauratie van 1974. Het souterrain dat gezien de grote ontlastingboog in het midden en de twee smalle hanenkammen aan weerszijden in het metselwerk van het basement een vrij groot venster en twee kleine raampjes gehad moet hebben, bezit thans een lage lichtschepping die voorheen enigszins verscholen lag achter de trapstoep. Dat souterrain was het domein van de knechts en meiden. Op de belétage, de woonverdieping boven de kelder, zitten sinds de restauratie schuiframen met een zeer dichte roedeverdeling naar het model van de ramen die in de late zeventiende eeuw geïntroduceerd werden. Het stuk blinde muur hiernaast bevatte sinds 1928 de toegangsdeur, die nu weer ondergebracht is in een in historiserende stijl verbouwde aanbouw.
Net als op de belétage heeft de verdieping twee ramen met kleine roedeverdelingen. De traptop van de gevel wordt geleed door cordonlijsten, geprofileerde lijsten voor de afdrup van hemelwater, die ook een decoratieve functie hebben. Van onder af vatten deze lijsten eerst drie, vervolgens twee en tenslotte een trap samen. Ze geven daarmee niet alleen de zolderverdiepingen aan, maar verhevigen tevens het perspectivisch effect, waardoor er een grotere hoogte gesuggereerd wordt. De eerste zolder is geopend met twee, de tweede met één kloosterkozijn met vensters en luiken; ook in de achtergevel staan dergelijke vensters. Ze zijn geplaatst in verdiepte nissen met halfronde ontlastingbogen met negblokken en sluitstenen. De sluitsteen van het hoogste venster is tevens de van een leeuwenmasker voorziene kraagsteen of console van de vierhoekige pinakel.
Het monument is gemetseld van de plaatselijke gele steen en heeft een zadeldak met donkergrijs gesmoorde Hollandse golfpannen. De gevelankers laten zien waar zich de vloerniveaus bevinden.